Het meest voor de hand liggend is: minder armoede. En dat is geen grapje. Miljoenen mensen op deze aarde leven in extreme armoede en in de vorige aflevering hebben we in het kort laten weten wat de consequenties daarvan zijn: niet leuk. Als we armoede kunnen opheffen met de simpele invoering van een basisinkomen, dan heeft dat enorme voordelen voor de geluksbeleving van de mensen.

Maar, het levert nog meer op. Armoede blijkt onverwacht duur te zijn. Rutger Bregman geeft in zijn boek “Gratis geld voor iedereen” een overzichtelijk voorbeeld (verkort weergegeven):

Londen, mei 2009. Een klein experiment met dertien daklozen gaat van start. Het zijn straatveteranen, stuk voor stuk. Hun verblijf is niet goedkoop. Politie, justitie, zorg: het prijskaartje van de dertien onruststokers wordt op minstens 400.000 pond geschat. Ieder jaar weer.

In 2009 wordt een radicaal besluit genomen. Voortaan krijgen de dertien topzwervers van The City een exclusieve behandeling. Voor hen geldt niet langer het dagmenu van voedselbonnen, gaarkeukens en opvang. Nee, er komt een drastische bail-out, in één klap, en dat op kosten van de belastingbetaler.
De zwervers krijgen gewoon gratis geld.

Om precies te zijn: 3000 pond. Handje contantje, zonder er iets voor terug te hoeven doen. De mannen mogen zelf weten waar ze hun centen aan besteden; begeleiding is geheel vrijblijvend. Er zijn geen verplichtingen, er worden geen vervelende vragen gesteld. De enige vraag die de zwervers moeten beantwoorden, luidt:  “Wat denk je zelf dat goed voor je is?”

De wensen van de zwervers bleken alleszins bescheiden. Een telefoon, een paspoort, een woordenboek, een gehoorapparaat – ieder had zo zijn eigen ideeën over wat het beste voor hem was. Geen van de mannen verspilde zijn geld aan drank of drugs. Sterker nog, de meesten waren overdreven zuinig op hun centen. Na een jaar was er gemiddeld slechts 800 pond uitgegeven.

Neem Simon, die al twintig jaar aan de heroïne zat. Hij kickte af en begon een cursus tuinieren. Om een of andere reden, voor het eerst in mijn leven, klopte alles,zei hij later. Ik ben begonnen voor mezelf te zorgen, met wassen en scheren. Ik denk dat ik terugga naar huis. Ik heb twee kinderen.” Anderhalf jaar nadat het experiment was begonnen, hadden zeven van de dertien zwervers al een dak boven hun hoofd. Twee stonden op het punt een appartement te betrekken. Maar alle dertien hadden belangrijke stappen gezet. Ze volgden cursussen, leerden koken, kickten af, bezochten hun familie en maakten plannen voor de toekomst. “Ik was gek op de kou,zei een van hen. Nu heb ik er een hekel aan.

Na tientallen jaren van vruchteloos duwen, trekken, pamperen, bekeuren, vervolgen en verzorgen, waren er negen notoire zwervers, eindelijk, van de straat gehaald. Kosten? 50.000 pond per jaar, inclusief het loon van de hulpverleners. Dat wil zeggen: er waren niet alleen negen mensen geholpen, er was ook keihard bezuinigd. Zelfs het zakenblad The Economist concludeerde: De efficiëntste manier om geld te besteden aan daklozen is het ze gewoon te geven.

Dit is maar een van de vele voorbeelden: als je geld geeft aan arme mensen: dakloos, ziek, verslaafd, dan is dat veel goedkoper dan alle zorg waar ze anders mee omringd worden (politie, sociale diensten, psychologen, etc.).

Deze harde bezuiniging komt bovenop het verbeterde welbevinden van de betrokkenen: minder zorgen, betere gezondheid (zowel fysiek als psychisch), betere opleiding van de kinderen en betere kansen om langdurig aan de armoede te ontsnappen.

Een experiment in de grote Nederlandse steden (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) maakt ook duidelijk hoeveel positieve effecten gratis geld kan hebben èn waarom zoveel pilots voortijdig gestopt zijn.  In 2006 werd een experiment gestart dat beoogde om alle daklozen van de straat te krijgen. Het werd een groot succes. Het aantal daklozen nam met 65% af, de psychische en lichamelijke gezondheid van de betrokkenen ging sterk vooruit. In 2008 waren er al 6500 zwervers van de straat gehaald. En dat voor een bedrag dat minder dan de helft was dan wat de zorg voor die daklozen daarvoor kostte (zorg, politie, justitie). Mooi, zou je zeggen, moet je in heel Nederland doen. Maar toen kwam de financiële crisis. Er werd sterk bezuinigd, ook op het werklozenproject. En in 2013 bleek, dat het aantal daklozen in Nederland een recordhoogte had bereikt

(bron: Bregman, pag 108). Ook elders zien we, dat investeringen in preventie minder populair zijn dan uitgaven voor reparatie.

Als het gaat om mensen in ontwikkelingslanden, dan zijn de voordelen nog sprekender. De armoede is daar dieper, gaat vaak om het ontbreken van drinkwater, sanitair, voldoende voedsel, elementaire medische voorzieningen. Dat gaat gepaard met een lage levensverwachting, hoge kindersterfte, maar ook een grote ongelijkheid tussen mannen en vrouwen (die veel vrouwen het leven kost). Basisinkomen verbetert dat aanzienlijk, maar zorgt ook voor welvaartsverbetering: met een basisinkomen kunnen de arme mensen hun vermogen om geld te verdienen verbeteren, waardoor ze ook na het basisinkomen een beter leven hebben.

Het lijkt dus een heel goed idee om een basisinkomen in te voeren. Er is één groot maar: de “rijke” mensen geloven er niet in. Ze gaan er van uit, dat als je gratis geld uitdeelt, mensen lui worden, verslaafd raken. etc. Onze calvinistische levenshouding zegt: wie niet werkt zal ook niet eten. En dat moeten de armen voelen! (vgl. de huidige trend om een tegenprestatie te eisen voor een bijstandsuitkering). De “rijke” mensen zijn er zo van overtuigd, dat ze er niet toe te bewegen zijn om het eens uit te proberen, ze weten nu al dat het niet werkt (en boeken worden kennelijk niet gelezen). Ook raadsleden in Heerlen wisten het zeker: experimenten met een basisinkomen hadden uitgewezen dat het rampzalig was.

 

Vragen en reacties naar sblom@wxs.nl

 

Foto door Karolina Grabowska via Pexels